Skeletonster Kimberley Bos (28) staat eerste in het wereldbekerklassement. Op de Winterspelen is ze medaillekandidaat op deze voor Nederland onbekende tak van sport, waarbij je plat op een sleetje ligt en met je kin bijna op het ijs met ruim 120 kilometer naar de finish suist.
Motsneeuw dompelt de donker beboste heuvels rond Winterberg in een grijze floers als Kimberley Bos (28) verschijnt en een blik werpt op de eerste meters van de bobsleebaan. Haar entree doorbreekt de goeddeels grauwe tinten: de slee onder haar arm heeft een oranje print, met daarin afbeeldingen verwerkt van onder meer de Hollandse leeuw, haar camper en het patroon van een stroopwafel.
Maar een andere kleur illustreert pas goed haar nieuwe status in de skeleton, de discipline waarin deelnemers met het hoofd naar voren op een plateautje naar beneden suizen, met snelheden die de 120 kilometer per uur voorbijgaan, de kin op handbreedte boven het ijs. Als Bos haar gewatteerde jack uittrekt, verschijnt een geel hesje: de Edese is al enkele weken de leider in het klassement van de wereldbeker. Een eerste exemplaar hangt in de huiskamer van de ouderlijke woning, voorzien van de handtekeningen van haar concurrenten.
Ze slaat zich één keer op de dijen, buigt zich voorover, grijpt het handvat van het glijtuig naast haar en begint aan een beheerst ogende sprint. Als de volle snelheid is bereikt, duikt ze boven op de slee en vouwt ijlings de armen recht langs het lijf. Oppassen dat ze bij het sturen niet onwillekeurig een ‘kippenvleugeltje’ maakt; een gebogen arm kost je zo honderdsten van seconden.
Haar belangrijkste tegenstanders op de baan, waar publiek niet welkom is, starten na haar: Janine Flock, Tina Hermann, Elena Nikitina. Na een krappe minuut zijn dit de tijden van de eerste heat: Bos is het snelst: met 57,88 blijft ze ruim voor Jacqueline Lolling (58,37) en Julia Kanakina (58,40). Bijna een halve seconde voorsprong is in deze sport een straatlengte. De anderen liggen nog verder achter.
Medaillekandidaat
Het leidt tot de bijzondere vaststelling dat de rijzende ster in het ijskanaal nu eens afkomstig is uit het laagland in plaats van alpiene gewesten. Met zulke resultaten krijgen eerdere speculaties steeds meer substantie: Bos is in februari op de Olympische Spelen in Beijing op z’n minst medaillekandidaat. Niet voor niets staat er nog een kop van een roofdier op de print onder haar slee: 2022 is het Jaar van de Tijger. Zelf tempert ze de verwachtingen. ‘Het ligt het hele seizoen gewoon erg dicht bij elkaar.’
Hier won ze in december ook al een worldcup. Dat heeft geen Nederlander haar voorgedaan. Toen verpulverde ze zelfs het record op de Eisarena: 56,70. Ze vindt het een ‘leuk en precies baantje.’ ‘Het is niet zo moeilijk om naar beneden te komen. Je moet hele kleine stuurbewegingen maken. Doe je net iets te veel of net iets te weinig, dan kost dat meteen tijd. Ik hou van racen waarin de details tellen.’
Het gaat niet ineens zo goed. Na een kwakkelperiode met een blessure aan het bovenbeen, stond ze vorig seizoen in vijf van de acht races in de wereldbeker op het podium en haalde ze de derde plaats in het eindklassement. ‘Het is verder bouwen op wat ik eerder heb laten zien. Het is vooral meer ervaring. In Altenberg, een lastige baan, had ik moeite om beneden te komen, nu kan ik gewoon mee met de top 10. De start is ook beter, ik ben nog nooit zo snel geweest.’
Ze schrijft het toe aan trainingen in de zomer. Met een karretje op wieltjes draafde ze langs betonnen randen op atletiekbanen van Papendal en in Ede. Uren in het krachthonk scherpte de explosiviteit nog verder aan.
Snelle slee
Nog een werk in uitvoering: het materiaal. Onder regie van coach Kristan Bromley, viervoudig wereldkampioen met de bijnaam mr. Ice, wordt gesleuteld aan een snellere slee. Bos geeft niet meer prijs dan ‘efficiëntere runners’ (de glij-ijzers) en ‘betere aerodynamica’. Ze heeft een zelfs geheimhoudingsplicht moeten tekenen, de concurrentie kijkt mee. Is zij ook niet nieuwsgierig naar innovaties van anderen? ‘Nee, eigenlijk niet. Wij hebben eenvoudigweg de middelen niet om iets na te maken. Wij doen ons eigen ding.’
Het verschil met vier, vijf jaar geleden is toch al groot. Toen trok ze nog met collega Joska Le Conté in een bestelautootje de banen af en maakten ze slechts af en toe gebruik van een coach. ‘We gingen maar naar beneden en probeerden tijdens de run zoveel mogelijk zelf op te steken. Nu is er Kristan als hoofd van het programma, Joska is mijn coach aan de baan en is er altijd een fysio mee, dat maakt heel veel uit. We hebben echt stappen gemaakt.’
Met steun van NOCNSF, de Bob en Slee Bond Nederland en enkele sponsors, hoefde ze zich aan het begin van een seizoen geen zorgen te maken over haar inkomen. ‘Die luxe heb ik niet eerder gehad. Ik ben hartstikke tevreden zo. Natuurlijk zie ik dat bij andere teams de budgetten groter zijn, maar voorlopig wijzen de resultaten uit dat zoiets niet het verschil maakt.’
De schemer vlijt zich intussen over de vallei met de baan, het ijs glimt in het licht van felle schijnwerpers. Bos begint als de laatste van de deelnemers aan de tweede run. Ze klokt 5,44 op de start, een tiende langzamer dan in de voorgaande glijpartij.
Haar succes trekt de aandacht. ‘Concurrenten houden je in de gaten tijdens trainingen. Er wordt op je gelet, alles wat je doet, ligt onder de loep. Dat is wel wennen.’ Ze krijgt ineens fanmail uit Duitsland, onbekenden spreken haar aan. Ze accepteert het als een gegeven. ‘Ik hou niet zo van de spotlights. Ik sport omdat ik mijn sport mooi vind. Ik sport niet om aandacht te krijgen.’
Of er ook onder sponsoren meer belangstelling bestaat, weet ze niet. ‘Ik ben er niet mee bezig. Ik heb er gewoon geen tijd voor. Ik weet wel dat degenen die ik heb heel blij zijn met de resultaten. Er zijn erbij die me al jaren steunen. Daar ben ik ze heel dankbaar voor.’
Het coronaspook
Het is in Winterberg niet alleen letten op de opstaande randen van de baan, het is ook zaak weg te blijven van corona. Een fysiotherapeut vertrok ijlings naar het Sauerland, nadat de vaste kracht in het team van Bos tijdens de vorige wereldbekerwedstrijd in Letland positief testte en in quarantaine achterbleef. Ook in Winterberg worden meerdere besmettingen onder sporters en begeleiders vastgesteld. Sommige teams besluiten uit voorzorg niet naar Sankt Moritz te vertrekken, waar komende weekeinde de Europese kampioenschappen en de afsluiting van de wereldbeker op het programma staan. Bos: ‘Het is heel eng. We weten niet waar het vandaan komt. Je vraagt je telkens af wie de volgende is. Het is iets ongrijpbaars.’
Ze komt Winterberg in 58,16 over de finish, de negende tijd, maar voldoende voor haar tweede zege in de wereldbeker. Haar analyse: ‘De eerste run was vrijwel perfect. De tweede was een stuk minder. Als je hard wil gaan, moet je ontspannen op je slee liggen, dat is juist een van mijn sterke punten. Ik wilde iets te graag, ik was net iets te enthousiast. Het was een goede les voor China. Daar heb je straks vier heel constante runs nodig.’
In Yanqing, op twee uren rijden noordwestelijk van Beijing, was ze in oktober. ‘Een beetje tricky, redelijk technisch, niet heel gevaarlijk, met 124 kilometer per uur gemiddeld snel. Er zijn veel hoge bochten, in twee zit je al bijna tegen het dak aan, zo krap is het. Het ritme is wel bijzonder. Links rechts, links rechts, links rechts, links rechts en dan ineens vier keer achter elkaar rechts, gevolgd door vier keer links.’ Ze voorspelt geringe verschillen. Dat de vrouwen op de slee elkaar sowieso weinig ontlopen, blijkt wel volgens haar uit de podiumbezetting van de wereldbekers: in zeven races waren er vier winnaars.
Aan de finish in de Veltins-Eisarena staat zij weer op de hoogste trede, met het rood-wit-blauw om de schouders. Het waren haar ouders die haar eraan hadden herinnerd de vlag voor de zekerheid alvast maar in de tas te stoppen. ‘Ik was het zelf bijna vergeten.’ Nog wat bijgeleerd: bij een sterrenstatus horen nu eenmaal rituelen.
BRON: De Volkskrant